Hakop Papas voelt als familie voor baas Jos Fikken

Ze zijn zo vertrouwd met elkaar geraakt dat de Syrische vluchteling Hakop Papas (37) en zijn baas Jos Fikken (54) elkaar als familie beschouwen.

“Als er iets is, merk ik dat gelijk”, zegt Jos. “We bespreken veel”, vult Hakop aan. Daarom is zijn baas ook bij het interview. Hakop is gevlucht uit Syrië en verblijft sinds 2012 in Nederland. Sinds twee jaar werkt hij met veel plezier als monteur bij het autobedrijf van Jos Fikken in Nijverdal waar hij woont. 

Hakop heeft net zijn diploma voor tweede monteur gehaald. Naar school gaan is niet zijn ding. Het liefst is hij in de werkplaats bezig met sleutelen aan auto’s. “Slapen en werken”, zegt Jos. In het begin had hij moeite met pauzes nemen. Nu doet hij dat wel. 

In Syrië, toen hij bij zijn neefje in de garage aan het werk was, nam hij over de hele dag een half uur pauze. Hij kan wakker liggen als hij een probleem met een auto niet heeft kunnen oplossen. Vaak gaat Hakop ’s avonds terug naar de garage om het dan op te lossen. 

Toen hij de Nederlandse taal nog niet meester was, moest hij veel dingen in een boekje opschrijven. Namen van onderdelen zijn heel anders in het Nederlands. En storingen van de auto uitlezen met een computer was nieuw voor hem. Hakop werkte al op zijn zestiende bij een garage in Syrië. Daar moeten mensen zes uur rijden om hun auto te laten maken. Dan was hij de hele dag met een auto bezig. In Nederland leert hij dat tijd geld kost. Deze andere manier van werken heeft hij zich al snel eigen gemaakt. Jos Fikken kan niet meer zonder hem. Sterker nog. Hij ziet Hakop als zijn opvolger.